Uw klanten, de leden van de bibliotheek, zijn inmiddels gewend aan het zelfstandig uitlenen en weer inleveren van materialen. De aanpak heeft grote voordelen: meer privacy, extra mogelijkheden voor beschikbaarheid buiten de openingstijden van de bibliotheek en vaak kortere wachttijden voor de klant, lagere (personeels-)kosten voor de bibliotheek. Vrijwel alle bibliotheken bieden deze service dan ook aan. Maar er zijn diverse andere doe-het-zelf-oplossingen, zoals leerlingen die zelfstandig uitlenen en inleveren in hun schoolbibliotheek (via V@school), het afhalen van reserveringen en in grotere bibliotheken sorteerrobotten. Dit alles wordt gerealiseerd door een koppeling van doe-het-zelf-apparatuur en bibliotheeksysteem (V-smart) via een protocol dat SIP2 heet.
De posts van deze maand hebben één gemeenschappelijk onderwerp: dat SIP2-protocol, de standaard waarmee allerlei doe-het-zelf-apparaten en -functies aan V-smart en Iguana gekoppeld worden. Zo komen hier aan bod:
- Uitlenen en innemen
- Sorteerrobotten
- Slimme planken en kasten
- Ophaalkastjes (reserveringskastjes)
- Leerlingen die zelf uitlenen en innemen in V@school.
SIP2 is één van de vele protocollen die V-smart ondersteunt. Een overzicht van koppelingen vindt u vooral hier en hier.
(Deze blog posts zijn alle gerelateerd aan SIP2 en kunnen niet los van elkaar worden gelezen.)
(De post over ophaalkastjes is -in een gewijzigde vorm- in een ver verleden al eerder gepubliceerd.)
De basis: uitlenen en innemen via SIP2
(Implementatie bij Bibliotheek Breda: inname van materialen.)
|
SIP2 (Standard Interchange Protocol version 2) is een relatief oud protocol dat in 2006 gelanceerd werd door 3M. Heden ten dage is het de de-facto standaard voor communicatie tussen doe-het-zelf-apparatuur en bibliotheekapplicaties. V-smart gebruikt het protocol ter ondersteuning van koppelingen met vele soorten toepassingen van vele leveranciers. Zo zijn (of waren) er operationele koppelingen met o.a. lendomaten, sorteerrobots en/of betaalstations van EKZ, 3M, EastBridge KnoTech, NEDAP, Librix, AutoCheck, HSBIB, Bibliotheca, I-Track, Libramation, Intellident, BeeSmart en Xafax.
De primaire toepassingen van SIP2 zijn uitlenen en innemen via doe-het-zelf-apparatuur. SIP2 is een relatief eenvoudig protocol. Dat is niet alleen een voordeel: het gemak waarmee het protocol kan worden uitgebreid heeft geleid tot het ontstaan van vele dialecten (“het is een villa, maar elke leverancier heeft zijn eigen tuinhuisje”). Inmiddels is er een opvolger voor SIP2, NCIP (zie hierna), maar SIP2 blijft de de-facto-standaard voor doe-het-zelf-koppelingen.
|
Sorteerrobotten
Wat “sorteerrobotten” (of “sorteerders”) genoemd wordt zijn doorgaans grote machines waarin ingeleverde materialen als het ware worden “voorgesorteerd” in grote “bakken”. Denk aan zoiets als dit: als een deel van de op het gelijkvloers ingeleverde materialen naar de eerste etage moet, is het handig dat die alle in dezelfde bak vallen. Het personeel hoeft dan alleen maar het de bak in kwestie naar de eerste etage te rijden, waar de materialen in de bak terug op de plank kunnen worden gezet. Het aantal bakken is vooral een kostenkwestie en de indeling in bakken is uiteraard sterk afhankelijk van het gebouw en de structuur ervan. Een voor de hand liggende indeling is eentje op basis van plaatskenmerk, sublocatie en/of materiaalsoort.
Je ziet het principe (een combinatie van transportbanden, readers, software en bakken) aan het werk in dit korte YouTube-filmpje: “Library book sorting machine”.
Op grotere schaal wordt dit uiteraard ook toegepast bij o.a. brief- en pakketbezorging en bij het sorteren van groenten en fruit.
Zoals uit het bovenstaande kan worden afgeleid, zijn sorteerrobotten gekoppeld aan innamestations. Echter, waar deze laatste ook in kleinere bibliotheken terug te vinden zijn, staan sorteerrobotten doorgaans alleen in relatief grote bibliotheken.

(Implementatie bij Bibliotheek Breda: de sorteerrobot is van EKZ.)
Slimme planken en kasten
Uitlenen en innemen gebeurt al lang niet meer alleen via de traditionele doe-het-zelf-stations (wat je min of meer kunt beschouwen als: een desktopcomputer, een barcode-of RFID-scanner, een technische interface naar het bibliotheeksysteem [V-smart] en een gebruikersinterface).
Bij een aantal hier toegelichte toepassingen zijn sommige van deze componenten ofwel afwezig ofwel vervangen door soms geheel andere onderdelen. Zo is innemen ook mogelijk via slimme kasten, is uitlenen mogelijk via ophaalkastjes (zie hierna) en worden beide functies binnen V@school ondersteund als widgets (zie hierna voor alle).
Slimme kasten voor inname betekent dat een klant zijn materialen niet scant of in een bak deponeert, maar in de desbetreffende kast zet: dat impliceert het inleveren van het materiaal.

(Implementatie bij Bibliotheek Breda: de innamekasten zijn van Eastbridge, het meubel is geleverd door Erik de Wild.)
Ophaalkastjes (reserveringskastjes)
V-smart ondersteunt ook het gebruik van zogenaamde reserveringskastjes. De bibliotheek kan dergelijke kastjes op openbare plaatsen neerzetten en geselecteerde leners een reserveringskastje als afhaallocatie voor hun reserveringen laten kiezen. De bibliotheek kan specifieke reserveringskastjes toewijzen aan een lener. Wanneer een lener een reservering plaatst, kunnen de reserveringskastjes die zijn toegewezen worden gekozen als de afhaallocatie voor het gereserveerde materiaal. Omdat elke reserveringskastlocatie een beperkt aantal beschikbare plaatsen heeft, houdt het systeem bij hoeveel exemplaren
“onderweg” of “beschikbaar voor afhalen” zijn op elke reserveringskastlocatie.

(Implementatie bij Plaine Commune met apparatuur van Nedap. Meer lees en zie je op de website van Nedap France: op http://bibli.nedapfrance.fr/ en https://www.nedapfrance.fr/bibli-plaine-commune).
Wanneer de reserveringskastlocatie geen vrije plekken heeft, zal het systeem geen exemplaren meer onderscheppen voor of op transport zetten naar het reserveringskastje totdat er ruimte beschikbaar is (d.w.z. wanneer exemplaren die al in het reserveringskastje staan, worden uitgeleend). Als er een andere reservering is die moet worden afgehaald op een andere afhaallocatie (d.w.z. niet in een reserveringskastje zonder beschikbare ruimte), zal het exemplaar in plaats daarvan worden onderschept voor de locatie van die reservering. Een lener waarvoor geen reserveringskastjes zijn gedefinieerd kan alleen kiezen uit de reguliere afhaallocaties.
Enkele voordelen van de kastjes zijn uiteraard dat er geen tussenkomst van personeel nodig is en dat beschikbaarheid buiten de openingstijden van de bibliotheek mogelijk wordt.
Enkele praktische zaken
De kastjes zijn SIP2-apparaten, gekoppeld aan V-smart.
De functionaliteit kan worden gebruikt in combinatie met zelfbedieningsreserveringskiosken, zoals van D-Tech. Zie: https://d-techinternational.com/products/vending/.
Het personeel moet er uiteraard voor zorgen dat de exemplaren fysiek in het juiste kastje worden geplaatst.
Wanneer een exemplaar wordt ingeleverd (via innemen) of wordt onderschept (via reserveren) verschijnt het gebruikelijke reserveringsbericht. Dit bericht geeft aan dat het exemplaar onderweg is, – als locatie zal het de reserveringkastjeslocatie hebben. De geleidebon kan op de normale manier worden geprint (of anders worden behandeld) om ervoor te zorgen dat het exemplaar op de juiste plaats terechtkomt.
Vervolgens moet het personeel de functionaliteit van de kast gebruiken om elk exemplaar in zijn eigen vakje te plaatsen.
Wanneer de klant bij de zelfbedieningsvestiging aankomt om het beschikbare exemplaar af te halen, kan de barcode van de lener worden gescand om het kastje te openen.
Omdat de kastjes SIP2-apparaten zijn die zijn verbonden met V-smart, ontstaat hierdoor een reguliere SIP2-uitleentransactie.
Leerlingen die zelf uitlenen en innemen (in V@school)
De voorheen toegelichte koppelingen vereisen additionele hardware, meestal in de vorm van desktops met barcodescanners of RFID-readers. Er is echter ook een toepassingen die dat soort additionele hardware niet vereist: V@school.
De front-end van deze toepassing, vooral bedoeld voor basisscholen, is widget-based. Optioneel kunnen een uitleenwidget en een innamewidget worden aangeboden, wat leerlingen in staat stelt, zonder tussenkomst van personeel of vrijwilligers, zelfstandig uit te lenen en in te nemen. Het uitleenwidget maakt ook verlengen mogelijk.
(Meer over V@school leest u hier:. Daar kunt u ook een product sheet downloaden.)
SIP2, NCIP en API’s
Inmiddels is er een opvolger voor SIP2: NCIP (NISO Circulation Interchange Protocol, Z39.83-2002), zie bijv. https://en.wikipedia.org/wiki/NISO_Circulation_Interchange_Protocol en http://www.niso.org/workrooms/ncip.
NCIP is gebaseerd op HTTP (*), SOAP en XML (dus op “de bouwstenen van het web”) en als dusdanig moderner dan SIP2. De laatste revisie van de standaard, die beheerd wordt door NISO (National Information Standards Organization), dateert uit 2012. (Zie hierna voor meer informatie over NISO.)
De voordelen van NCIP zijn duidelijk: het protocol is toekomstgericht, gestandaardiseerd (NCIP bestaat uit diverse XML-berichten [“services”], waarvan V-smart er een aantal ondersteunt), minder beperkt tot doe-het-zelf-apparatuur, niet bedacht door één bepaalde leverancier (3M) maar door een orgaan dat zich met standaarden bezighoudt: NISO.
Echter, de facto wordt NCIP niet of nauwelijks gebruikt in de doe-het-zelf-context. Desalniettemin wordt het NCIP-protocol wel gebruikt binnen V-smart en Iguana, nl. in de context van context van Interbibliothecair Leenverkeer (IBL), dus niet voor de koppeling met doe-het-zelf-apparatuur. Kortom, er is ondersteuning voor de in die context relevante NCIP-berichten (bijv. de beschikbaarheid van een exemplaar).
Los van dit alles zijn er ook koppelingen met zgn. “koppelplaten” op basis van (leveranciersspecifieke) SOAP-webservices (dus noch SIP2, noch NCIP).
(*) Noot
Alhoewel SIP2 een redelijk “oud” protocol is, kan de communicatie verlopen via HTTPS, dus via beveiligde verbindingen (de “S” staat voor ”secure”).
Meer over NISO
NISO, wat staat voor National Information Standards Organization, is een Amerikaanse non-profit organisatie die diverse standaarden beheert in de context van bibliotheken, metadata en informatie. De producten uit het V-portfolio (V-smart, Iguana, V-insight, etc.) ondersteunen de belangrijkste standaarden die door NISO worden beheerd. Dit zijn:
- MARC (Machine-Readable Cataloging): de diverse MARC-formaten worden gebruikt voor het beheer van bibliografische gegevens. V-smart ondersteunt om het even welk MARC-formaat dankzij de formaatonafhankelijkheid (meer hierover leest u in dit artikel: “V-smart inzichten september 2025: Waarom formaatonafhankelijkheid belangrijk is”). De twee belangrijkste MARC-formaten zijn MARC21 en UNIMARC.
- OpenURL (ANSI/NISO Z39.88) is essentieel voor contextgevoelige linking naar relevante informatiebronnen (bijv. naar de full-tekst van een artikel, of naar een formulier voor een IBL-aanvraag); OpenURL is dé essentiële standaard voor de linkresolver V-link.
- Z39.50 is een protocol voor het doorzoeken van catalogi en databases.
- KBART (Knowledge Bases And Related Tools) is een set richtlijnen voor het beheer (o.a. uitwisseling) van consistente metadata in databanken en speelt een grote rol in de context van linkresolvers en discovery tools.
NISO behoort met IFLA (International Federation of Library Associations and Institutions), ISO (International Organization for Standardization) en de Library of Congress tot de voornaamste organisaties die bibliotheekstandaarden beheren. Standaarden zijn uiteraard van belang voor het realiseren van interoperabiliteit tussen systemen (twee voorbeelden: het belang voor MARC in de context van data-uitwisseling of van OpenURL voor de opname van link resolvers in Google Scholar).
NCIP wordt dus door NISO beheerd; SIP2 heeft geen dergelijke non-profit beheerder.